Huiselijke geweld en kindermishandeling komen veelvuldig voor in Nederland. De aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling hangt voor een belangrijk deel af van beroepskrachten, die met de slachtoffers, getuigen en plegers te maken hebben. Zij moeten het geweld signaleren en vervolgens ook handelen. In de praktijk blijkt dat makkelijker gezegd dan gedaan.

Daarom is in 2013 de Wet Verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in werking getreden. Deze wet verplicht instellingen, in het kader van kwaliteitszorg, om een meldcode te hanteren. Het Landelijk Basismodel Meldcode dient daarvoor als basismodel voor alle sectoren. De meldcode richt zich op huiselijk geweld en kindermishandeling, daaronder ook begrepen seksueel geweld, vrouwelijke genitale verminking, eergerelateerd geweld en ouderenmishandeling.

Voor wie geldt deze verplichting?

De verplichting geldt voor instellingen in de gezondheidszorg, het onderwijs, de kinderopvang, de jeugdzorg, de maatschappelijke ondersteuning en justitie. De verplichting geldt ook voor zelfstandig werkende beroepsbeoefenaren die vallen onder artikel 3 of artikel 34 van de Wet BIG (artikel 40a). Dat wil zeggen: als zelfstandig werkende verpleegkundige, verpleegkundig specialist of verzorgende IG ben je verplicht om over een meldcode te beschikken en die te gebruiken. Werk je als zelfstandige verzorgende maar val je niet onder de Wet BIG? Dan heb je geen wettelijke plicht, maar geldt wel de beroepsnorm dat je een meldcode gebruikt bij signalen van kindermishandeling en/of huiselijk geweld.